Taalbarrière

Eerlijk gezegd zagen we deze klant liever gaan dan komen. Z’n uitstraling was altijd een beetje morsig, maar vooral zijn manier van doen schrok ons af. Hij kwam natuurlijk alleen binnen als er iets aan de hand was, als er iets geregeld moest worden. Dat bracht hij altijd met veel handgebaren en op een wat snauwerige toon. Z’n Nederlands was belabberd, dus we moesten uit de handgebaren en de toon begrijpen wat er moest gebeuren. Vaak lukte het hem niet om ons duidelijk te maken wat hij van ons wilde.

En dan kwam hij met z’n laatste troef; hij drukte iemand van een ons morsig mobieltje in de hand, waarmee hij driftig contact had gemaakt met een vriend die beter Nederlands sprak dan hij. De communicatie ging dan iets beter, met iemand die voor hem kon tolken, maar echt prettig verliep het contact nooit.

Op een gegeven moment ontstonden er zorgen over deze bewoner. Vanuit de buurt kregen we klachten over verwaarlozing van de tuin en het huis. Meneer was soms lange tijd afwezig. Als een buurtbewoner af en toe al contact met hem kon krijgen, verliep dat precies zoals wij ook hadden ervaren op kantoor.
We schakelden hulptroepen in en organiseerden een gesprek met een professionele tolk op ons kantoor. Al bij het kennismaken zag ik een last van zijn schouders afglijden; de tolk sprak zijn taal, zijn dialect! Hij zag de kans om nu eens goed zijn verhaal te doen, zonder de taalbarrière.

Hij vertelde dat hij al 15 jaar in Nederland woonde. Ooit gevlucht voor oorlogsgeweld. En nu was hij op leeftijd gekomen. Zijn lichaam liet hem inmiddels in de steek; hij mankeerde van alles, waar hij gelukkig in Nederland hulp en medicatie voor kon krijgen. Hij probeerde nog steeds om de taal machtig te worden. Hij probeerde het echt! Onlangs was de buurvrouw jarig geweest en had hij de uren ervoor zichzelf zitten inprenten wat hij moest zeggen: “gefeliciteerd”. Hij had aangebeld, de deur ging open en…het was blank geworden in zijn hoofd. Het kwam er niet uit! Hij schaamde zich, was verdrietig dat dit niet lukte. Hij begreep ook wel dat de taal leren het leven in Nederland zoveel makkelijker zou maken. Maar door alles wat achter hem lag, de herinneringen aan alle ellende, de zorgen om degene die hij had moeten achterlaten, de zorgen om zijn financiën, zijn gezondheid; het leek alsof dit zijn hoofd zo vol maakte, dat de Nederlandse woorden niet bleven hangen. Ze pasten er niet meer bij.

Hij miste zijn thuisland. Hij wilde heel graag terug. Financieel zou dat een fikse opgave zijn. Maar het was zijn gezondheid die hem nu tegenhield. Hij wist dat hij in zijn thuisland niet de juiste behandeling en medicatie zou kunnen krijgen. Hij zou daar snel zieker worden en dan was het einde in zicht. Er was gewoon geen weg terug.

Zijn verhaal maakte ons veel duidelijk. Het maakte dat wij meer begrip konden opbrengen voor zijn manier van doen. Daar tegenover stond dat hij ons meer vertrouwde en daardoor minder fel werd in zijn communicatie naar ons toe. We waren tot elkaar veroordeeld en maakten er het beste van.

(Uit de bundel “Ik kan er een boek over schrijven” van Jacoline Teeuwen, woonconsulent Qua Wonen.)

Jacoline Teeuwen

Uit de bundel “Ik kan er een boek over schrijven” van Jacoline Teeuwen, woonconsulent Qua Wonen.