Ze is alleen, ze is ziek, geestelijk opgebrand, en ik was het enige vertrouwde contact voor haar. Dat was ik ruim drie jaar. Onlangs heb ik de intensieve banden – ze belde me soms dagelijks -kunnen verbreken. Mevrouw X ervaart haar nieuwe huis als een fijn thuis. Ik sta weer wat meer op afstand.
We gaan terug naar 2014. Bovenin het sloopcomplex woont mevrouw X. Zij moet verhuizen, want de flat waarin ze woont gaan we slopen. Ze mag terugkeren, doorstromen, elke keuze is mogelijk. De consulent belt in april 2014 bij haar aan voor het woonwens-gesprek. Ze kent mevrouw al een beetje en weet dat het gesprek niet zonder slag of stoot zal verlopen. Mevrouw zit namelijk vast, leeft in een negatief verleden. Zo vast, dat ze geen keuzes voor haar eigen toekomst kán maken. Ze krijgt gelijk. Het gesprek loopt zeer moeizaam. Mevrouw wil niet verhuizen. Mevrouw wil zelfs nooit verhuizen. En geeft dat in duidelijke taal aan. De consulent rest slechts te luisteren naar de tirades over ‘Hoe het ooit is misgegaan met Pré Wonen, dat de gemeente haar erfenis heeft afgepakt en dat ze geen contact meer heeft met haar familie’. Met de slotverzuchting: “Ik had nooit hier moet komen wonen”.
Passende hulp blijft uit
De consulent doet diverse pogingen haar te bewegen naar een woning en schakelt hulpverlenende instanties in voor hulp. Passende hulp blijft echter uit. Mevrouw bekijkt verschillende woningen , maar keuze maken is te moeilijk en de wensen veranderen per keer. Het mag allemaal niet baten. Ieder poging tot een gesprek of actie mondt uit in een herhaling van de eerder genoemde feiten: Renovatie Pré Wonen niet goed, erfenis afgepakt, geen contact familie. Nooit hier moeten gaan wonen! Net een grammofoonplaat. Slotconclusie: Ze kan het niet aan om te verhuizen, dus ze gaat niet verhuizen.
De tijd begint echter te dringen, want de sloopdatum doemt op. Het moment nadert dat de consulent voor haar de beslissing neemt en een wisselwoning toewijst. Een moeilijke beslissing, want het voelt niet fijn om voor een ander te beslissen. Echter de consulent schat ook in: dit gedrag van mevrouw heeft met een grote angst, zo niet trauma te maken. Ik moet nu handelen, anders gebeurt er niets. Dat moet ik doen voor Pré Wonen (want we moeten verder), maar ook voor haar bestwil. Het lukt mevrouw simpelweg niet een keuze te maken.
Weer in de crisisopvang
De verhuisdatum staat vast, de verhuiscoach ingepland. Dan hoort de consulent: Mevrouw is opgenomen bij de crisisdienst GGZ. De druk werd te hoog. Weer die mix van gevoelens bij de consulent. Heb ik er wel goed aan gedaan, twijfelt haar verstand. Dit is goed voor mevrouw, zegt haar gevoel. Haar gevoel krijgt gelijk, twee maanden later zit mevrouw prinsheerlijk in haar nieuwe woning. Is blij. En verandert van een mens dat vasthoudt aan het verleden met al z’n sores, in een 65 jarige vrouw die vol in het leven staat. Met hobby’s, interesses en interessante verhalen. De persoon die ze eigenlijk is, durft zich te laten zien. Dat duurt echter maar heel even…
De datum van de nieuwe verhuizing dient zich aan. En het hele proces begint weer opnieuw. Mevrouw vervalt direct in haar oude gedrag, is niet meer voor rede vatbaar, en wil niks. De consulent kruipt weer in haar rollen van mediator, vertrouwenspersoon, psycholoog, maatschappelijk werker, en … medewerker van Pré Wonen met engelengeduld. Want, het kost haar weer maanden om mevrouw in beweging te krijgen. En weer levert de verhuizing dusdanige stress op dat mevrouw in de crisisopvang belandt. Maar, ze komt er weer uit en woont nu in een fijne woning in een andere plaats. Ook een keuze van de consulent in de hoop dat dit de opening voor mevrouw is het oude leven enigszins achter zich te laten. Alweer een goede keuze! Mevrouw is gelukkig, actief in de buurt en heeft haar leven wat meer op orde.

Sandra Bikkel
In dienst bij Pré Wonen vanaf 1 februari 2009
– Projectcoordinator sociaal
– Consulent bewonerszaken
– Consulent projecten
– Woonconsulent