Met pamfletten, demonstraties en luide protesten laat de buurt haar ongenoegen blijken. Al jaren leven ze hier langs elkaar heen, allemaal voor zichzelf. Maar nu Pré Wonen deze man onderdak biedt in hún straat, zijn ze in rep en roer en tot alle actie bereid. Een gemeenschappelijke vijand, of in dit geval een gemeenschappelijk vijandsbeeld, brengt mensen samen. Het brengt ook een andere dynamiek en die voelt lekker. Dat de man maandenlang opgejaagd werd en over verschillende continenten zwierf, dat weten ze niet. Dat hij uitgeput is en nu alleen maar een plek zoekt om te kunnen blijven, om uit te rusten en zijn wonden te kunnen likken, dat gaat er niet in. Want het gaat om hún veiligheid. En in de paniek hebben ze elkaar gevonden. Deze man heeft andere gewoontes, en erger: hij vormt een gevaar voor hun dochters. Het is een monster.
Femke is niet alleen nieuwsgierig naar dit ‘monster’, ze voelt de plicht om het voor hem op te nemen. Vanuit Pré Wonen, maar ook vanuit haarzelf. Ze wil hem laten weten dat zij niet bang is. Daarom zoekt ze hem op. Hij verwelkomt haar hartelijk, met handen en voeten. Gebaart dat ze binnen mag komen, dat ze moet gaan zitten. Op alle spullen zit een sticker geplakt: stoel, bank, tafel, kopje, lamp. Lachend maakt hij duidelijk dat die stickers bedoeld zijn om Nederlands te leren. De taal moet de deur openen: naar de Nederlandse cultuur, naar zijn Nederlandse buren. Femke is getroffen door de gastvrijheid die hij uitdraagt en vraagt hem naar de weg die hij heeft afgelegd. In een mengelmoes van Frans, Arabisch en Engels doet hij zijn verhaal.
Verdwijnen in vaagheid
Het is een oud verhaal. Van een land waar het bestaande recht langzaam verdwijnt. Waar niets meer is wat het lijkt. Waar geschreven wordt in bloed. En waar een mens zijn betekenis verliest. Toen hij ook zijn vrouw en kinderen elke dag een stukje verder zag verdwijnen in de vaagheid die het dagelijks leven binnen was geslopen, wist hij dat hij niet kon blijven. Hij moest op pad, op zoek naar de werkelijkheid en de veiligheid. Naar het noorden, naar een land met mensen om mee te praten. Gezien worden. Bestaan. Elkaar weer vinden. Een lange weg, maar de enige optie. Sterven op zoek naar hoop, is beter dan sterven van wanhoop.
Na vier maanden bereikte hij zijn bestemming. De reis eiste zijn tol. Onderweg verloor hij dát wat hij juist had willen redden: zijn familie. Hij raakte ze kwijt, gewoon uit het zicht. Door de malafide mensenhandelaren, en het ommezwaaien van de bureaucraten. Nu is hij hier. Elke dag hopend op een teken van leven. Hij weet dat mensen tegen zijn komst hebben geprotesteerd. Ze staan in hun recht, vinden ze. Maar hij weigert zijn hoop op te geven. Onwetendheid is de voeding voor angst. In hun harten ziet hij warmte en menselijkheid. Zijn voordeur staat wijd open voor iedereen.
Tegenover hem woont een oud echtpaar dat hem dagelijks vraagt de gordijnen open te doen. Als hij ze daar gelukkig mee kan maken, is dat voor hem een kleine moeite. Het begluren en de bemoeienis halen hem even weg uit zijn verdriet en eenzaamheid. Hun nieuwsgierigheid geeft zijn dagen betekenis. Soms laat hij ze bewust dicht, in de hoop het gesprek opnieuw te kunnen voeren. Het is een kleine geste, die hen allemaal gelukkig maakt.
Lahsen Gargash
In dienst vanaf…