Het is de tweede keer dat we aanbellen. De eerste keer was spontaan en waren er redenen waarom we niet te woord gestaan konden worden. Deze tweede keer hebben we ons bezoek aangekondigd en worden we wel binnen gelaten. De bewoner gaat ons voor naar zolder, waar we van buitenaf een defect hebben opgemerkt. In huis lijken de zaken redelijk op orde; soms is chaos in huis een aanwijzing voor chaos in een persoonlijk leven. En toch is de bewoner wat nerveus, onzeker.
Na het bezien van het defect bovenin het huis gaan we naar de tuin.
Na enkele jaren in deze woning, is de bewoner nog steeds niet toegekomen aan het aanleggen van de tuin. In het magere ochtendzonnetje komt er ook een stukje van het persoonlijk leven van de bewoner naar buiten; naast het voldoen van de vaste lasten, blijft er weinig tot geen geld over voor materiaal voor de tuin. Iemand heeft wel wat onderdelen geleverd, maar om daar iets van de maken is nog meer materiaal en mankracht voor nodig. En dat is er nog niet…
Bewoner zou zelf niets liever willen dan eindelijk eens van de tuin te kunnen genieten. Weet dat erover gepraat wordt. Voelt het oordeel uit de gemeenschap. Er is schaamte, hulpeloosheid, kwetsbaarheid…
We bieden aan om de situatie te melden bij de plaatselijke welzijnsstichting; zij kunnen meedenken, meeplannen en wellicht vrijwilligers of mankracht tegen gereduceerd tarief inzetten. De bewoner stemt hier opgelucht mee in; het geeft hoop en een “je staat er niet alleen voor”-gevoel.
Binnenkort waaien we nog eens aan; hopelijk voor een ontspannen praatje in het zonnetje in de aangelegde tuin…
(Uit de bundel “Ik kan er een boek over schrijven” van Jacoline Teeuwen, woonconsulent Qua Wonen.)
Jacoline Teeuwen
Uit de bundel “Ik kan er een boek over schrijven” van Jacoline Teeuwen, woonconsulent Qua Wonen.